De ‘Last Man’-teleologie en de val van het Westen

0

Het Mondiale Zuiden kan zich inleven in degenen die zich verzetten tegen culturele opleggingen die indruisen tegen de al lang bestaande beschavingswaarden.

Zoals bekend is de Mackinder ‘Pivot of History’-doctrine (1904) van ‘hij die het Aziatische kernland controleert, controleert de wereld’ in de Amerikaanse tijdsgeest verankerd als de onaantastbare doctrine dat een verenigd Heartland – dat de VS zou kunnen uitdagen – nooit moet toegestaan ​​worden. Waar Brzezinski, de nationale veiligheidsadviseur van president Carter, aan toevoegde dat Oekraïne, op grond van zijn verdeelde nationale identiteiten, verstrengeld in oude complexiteiten, gezien moet worden als het scharnier waaromheen de macht van het kernland draaide: ‘Zonder Oekraïne zou Rusland nooit de kernland-macht worden; maar met Oekraïne kan en zou Rusland dat wel’, beweerde Brzezinski.

Welnu, dat was het idee: het felle Oekraïense ultranationalisme mobiliseren tegen een zwak Rusland, en ze met elkaar in gevecht brengen, schrijft Alastair Crooke. Maar de evolutie van de ‘Brzezinski-doctrine’ ging – heel verrassend – over in een reeks westerse mythologische fouten: ten eerste dat Rusland gemakkelijk verslagen werd in Afghanistan, door een paar lichtbewapende jihadisten (niet waar). Ten tweede dat de Sovjet-Unie en haar satellieten omver werden geworpen door ‘Revoluties van onderaf’ (ook niet waar ). En ten derde, dat een machtige Amerikaanse veiligheidsstaat ‘Leviathan’ de Amerikaanse hegemonie zou kunnen verzekeren (door middel van het opzetten van ‘revoluties van onderaf’).

Brzezinski’s voornaamste bedoeling kan oorspronkelijk zijn geweest om Rusland en China van elkaar gescheiden te houden. Maar de plotselinge implosie van de Sovjet-Unie (die geen verband hield met Afghanistan) werd op narratieve wijze vormgegeven om geloofwaardigheid te verlenen aan de meme End of History and the Last Man van Francis FukuyamaNa de Koude Oorlog en de ineenstorting van het communistische Sovjet-imperium werd het Amerikaanse politieke, culturele en economische model algemeen beschouwd als de ‘Last Man Standing’.

‘Afghanistan’ koesterde ook de mythe van islamitische opstandelingen als ideale oplosmiddelen voor ‘achterlijke’ staten die nieuwe westerse, vooruitstrevende leiders nodig hebben. (Het was Brzezinski die Carter ervan overtuigde het islamitisch radicalisme in Afghanistan te introduceren om de door Rusland gesteunde, socialistische Najibullah te ondermijnen). ‘Afghanistan’ was in feite de pilot voor de ‘Arabische Lente’ – een mondiale ‘huisopruiming’ die, zo werd beweerd, een einde zou maken aan overblijfselen van eerdere Sovjet-invloed en nieuwe stabiliteit zou creëren.

De opwinding in neoconservatieve kringen was voelbaar. En het succes van de Amerikaanse Koude Oorlog werd (afgezien van de ‘genetische’ voordelen van de westerse cultuur) toegeschreven aan de empowerment van het militaire veiligheidsapparaat. In theorie zou het einde van de Koude Oorlog een kans kunnen zijn geweest om terug te keren naar de oorspronkelijke principes van de Amerikaanse stichters, namelijk afstand houden tot Europese conflicten en voorzichtigheid jegens militaire en veiligheids-Leviathans. De implosie van de Sovjet-Unie leek een voorbode van wereldwijde spanningen die werden afgebouwd; druk die werd losgelaten.

Maar toen gebeurde er ‘iets’ vreemds, uit het niets; iets dat in één klap de logica van het tijdens de Koude Oorlog verwachte ‘vredesdividend’ omkeerde door “de militaire veiligheidsstaat tot nieuwe hoogten te brengen”, merkt Gordon Hahn op. De macht van de militaire veiligheidsstaat begon vanaf dat moment in het buitenland te worden ingezet – in dienst van de mondialiserende culturele oorlog.

Wat er was gebeurd was ‘9/11’.

Maar toen nam een nieuwe ‘wending’ Amerika mee, op een heel ander pad. Barack Obama bracht nieuwe energie in de militaire veiligheidsstaat. De regering-Obama werd echter niet zozeer gemotiveerd door de overzeese hegemonie (hoewel ze er ook niet tegen was). De nadruk lag echter op het bevorderen van de culturele revolutie die in de VS aan de gang is

Wat is er gebeurd? En hoe is Oekraïne hiermee verbonden?

Een vooruitziende Amerikaanse cultuurhistoricus, Christopher Lasch, had deze Amerikaanse ‘wending’ al in 1994 voorzien. Hij schreef een boek – Revolt of the Élites – waarin hij beschreef hoe een sociale revolutie ‘naar de rand zou worden geduwd’ door de geradicaliseerde kinderen van de bourgeoisie elite. Hun leiders zouden bijna niets te zeggen hebben over armoede of werkloosheid. Hun eisen zouden gericht zijn op utopische idealen: diversiteit en raciale rechtvaardigheid – idealen die nagestreefd worden met de vurigheid van een abstracte, duizendjarige ideologie.

Een van Lasch’ belangrijkste nadrukpunten was dat toekomstige jonge Amerikaanse marxisten de klassenoorlog zouden vervangen door cultuuroorlog.

Dit was geen ‘revolutie van onderaf’ (zoals de mythe van de Koude Oorlog over de Sovjet-sfeer zou worden) – het was een ‘revolutie’ van ‘bovenaf’, uitgebroed binnen de Amerikaanse kustelites.

Lasch voorspelde dat deze revolutie zou worden weerstaan, maar niet in de hogere lagen van de samenleving. De leiders van Big Philanthropy en de Corporate Billionaires zouden de facilitators en financiers ervan worden. Hun ideaal was het teweegbrengen van diepgaande structurele veranderingen in de samenleving; hun impuls kwam voort uit de overtuiging dat de burgerrechtenbeweging er niet in was geslaagd de radicale verandering teweeg te brengen die nodig was.

Dit betekende dat de macht moest worden verschoven van de elites ‘die zo vaak blank en mannelijk waren’, en dat, gezien als onderdeel van het structurele onrecht in de samenleving, de rijkdom en macht van de Grant Foundation direct in handen kwamen van degenen tegen wie systematisch discriminatie werd toegepast. Het maatschappelijke paradigma moest worden omgekeerd: positieve discriminatie ten gunste van identiteitsslachtoffers – en negatieve discriminatie voor degenen die verband hielden met huidige of vroegere structuren van racistische, gender- of seksuele discriminatie.

Deze nieuwe vorm van Amerikaanse revolutie kreeg een volledige wending onder de regering-Obama, toen de krachten van de militaire veiligheidsstaat naar binnen waren gericht om de normen van deze culturele constructie in de hele samenleving af te dwingen.

Advertisement

Het was inderdaad een ‘Revolutie van Boven’ (de term van Hahn), en heeft ertoe geleid dat twee helften van de samenleving volkomen tegenstrijdige interpretaties van de Amerikaanse geschiedenis omarmden. Aan de ene kant kent Amerika een geschiedenis van racisme, discriminatie en slavernij. En voor de ander is het een geschiedenis van heldhaftige figuren die de staat bevrijden van het koloniale Groot-Brittannië, en een samenleving herconfigureren op basis van de mores van een grondwet die wordt beschouwd als een samenvatting van de traditionele Europese morele waarden.

Deze twee partijen verschillen niet alleen ideologisch (en metafysisch), ze omarmen ook zeer verschillende economische modellen. En beiden zien de ander als totalitair van aard, en als een ‘bedreiging voor de staat’.

Maar wat misschien nog verrassender is, is dat ‘Project Oekraïne’ dit binnenlandse culturele schisma heeft aangewakkerd – en (tot op zekere hoogte) het iconische symbool is geworden van de interne culturele kloof in de VS.

Misschien zelfs nog minder verwacht was de manier waarop de Oekraïense kwestie ook de meerderheid van de niet-westerse staten heeft gemobiliseerd tot iets dat lijkt op een opstand tegen de ‘Op regels gebaseerde Internationale Orde‘, en tot de eis dat deze radicaal wordt hervormd.

De oorlog in Oekraïne heeft het schisma niet rechtstreeks veroorzaakt. Maar niettemin heeft het iets latents in gang gezet; iets dat onder de oppervlakte in de westelijke sfeer borrelt. Simpel gezegd: het heeft een verschuiving in het mondiale bewustzijn teweeggebracht.

Rusland kan er niet van worden verdacht deze ‘culturele oorlog’ opzettelijk te hebben aangewakkerd, omdat de wortels ervan stevig in de Euro-Amerikaanse politieke teleologie liggen. De kloof stond hoe dan ook op het punt te gebeuren, maar Oekraïne heeft de situatie versneld.

Brzezinski kan het slachtoffer worden van de onzichtbare, onbedoelde gevolgen die de geschiedenis soms met zich meebrengt. Hij wilde het Hartland verdelen, maar door zijn Grote Schaakbord in te bedden in een eschatologisch kader van een ‘Eindtijd’-strijd tussen goed en kwaad, droeg hij bij aan de strategische misrekeningen die lijken te eindigen met de val van het Westen.

De oorlog in Oekraïne “houdt rechtstreeks verband met de volledige verkeerde interpretatie door het Westen van de ineenstorting van de Sovjet-Unie; en die van het post-Sovjet-Rusland. Het Westen heeft de val van het communistische Sovjetregime verkeerd geïnterpreteerd: hetzij als een revolutie van onderaf, hetzij als een ‘democratische transitie’. Het was geen van beide. In het geval van de eerstgenoemden waren de politieke elites geneigd te geloven in de mythe van een brede, maatschappelijke ‘volksrevolutie’ van onderaf, omdat dat de politieke teleologie was die werd gedicteerd door het ‘einde van de geschiedenis’-model” (Gordon M. Hahn, Russia’s Revolution From Above: Reform, Transition, and Revolution in the Fall of the Soviet Communist Regime, 1985-2000).

Academici in het Westen hebben de Russische zaak intussen aangesloten op de toen modieuze theorie van die periode: de transitietheorie. De combinatie van deze factoren heeft geleid tot een neerbuigende houding tegenover Rusland; een onderschatting van de historisch aanhoudende status van Rusland als grote mogendheid; en vooral de westerse spot en minachting gericht op Ruslands heropleving van zijn nog steeds levende, traditionalistische verleden.

In deze context is het niet moeilijk te begrijpen hoe Oekraïne een drijvende kracht is geworden in deze (voorlopig koude) interne culturele oorlog.

Niet alleen werd de oorlog in Oekraïne verankerd in de eschatologisch progressieve ‘Einde van de Geschiedenis’-meme, maar de noodzaak voor het bereiken van een succesvol resultaat wordt regelmatig, in manicheïstische termen, verheven tot ‘het Armageddon’ in een strijd tussen goed en kwaad.

De oorlog in Oekraïne is ook vormgegeven als de projectie van een nieuwe, identitaire, diversiteits- en pro-trans ‘ingebeelde gemeenschap’ die in tegengestelde richting staat van de Russische traditionele waarden. Deze botsing van waarden kan niet beter worden gesymboliseerd dan door de twee woordvoerders: aan de ene kant de transvrouw uit Nevada, Sarah Ashton-Cirillo die (tot een dag geleden) de militaire woordvoerder van Oekraïne was, en aan de andere kant Maria Zakharova, de woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken.

We ‘begrijpen het’. De wereld lijkt het ook te snappen.

‘Dat waar Rusland voor staat’ – zijn verhaal, zijn ‘betekenis’ – wordt gezien als een belediging van de culturele ‘revolutie’ van Obama en Biden. Het annuleren van Poetins revolutionaire verhaal aan de wereld, zoals een westerse diplomaat meende, is in zijn ogen net zo belangrijk als bijvoorbeeld het niet toestaan ​​dat Trump opnieuw president wordt.

Het Mondiale Zuiden kan zich inleven in degenen die zich verzetten tegen culturele opleggingen die indruisen tegen de al lang bestaande beschavingswaarden.


Help ons de censuur van BIG-TECH te omzeilen en volg ons op Telegram:

Telegram: t.me/dissidenteen


Lees meer
Onder Satans banier - Poetin's het Westen is Satanisch toespraak

Ongepaste ‘boemer Hitler- en nazivergelijkingen’ verdwijnen in de prullenbak, en –

Oproepen tot geweld in de comments worden beantwoord met een onmiddellijke permaban !

Er wordt vooraf gemodereerd dus het kan even duren voor je comment verschijnt.

Klik op de tag ⬇️ om meer te lezen over

Meer Laden
Abonneer
Laat het weten als er
guest
0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties