Op 28 juli publiceerden Pfizer en zijn partner BioNTech een update van de gegevens over zes maanden van hun belangrijkste klinische proef met het Covid-vaccin, de proef die ertoe leidde dat regelgevende instanties wereldwijd de injectie goedkeurden.

In een tijd waarin vragen over de effectiviteit van vaccins toenamen, kreeg het rapport wereldwijde aandacht. Pfizer zei dat de werkzaamheid van het vaccin relatief sterk bleef, namelijk 84 procent na zes maanden.

Het bedrijf meldde ook dat 15 van de ruwweg 22.000 mensen die het vaccin in de proef hadden gekregen, waren overleden, vergeleken met 14 van de 22.000 mensen die een placebo hadden gekregen (een zoutoplossing die het vaccin niet bevatte).

Dit waren niet alleen Covid sterfgevallen. In feite waren ze meestal niet van Covid. Slechts drie van de mensen in het onderzoek stierven aan Covid-gerelateerde ziekten – één die het vaccin kreeg, en twee die de zoutinjectie kregen. De andere sterfgevallen waren te wijten aan andere ziekten en aandoeningen, meestal hart- en vaatziekten.

Vanaf dosis 1 tot de afsluitdatum van de gegevens van 13 maart 2021 waren er in totaal 38 sterfgevallen, 21 in de COMIRNATY [vaccin] groep en 17 in de placebogroep.

Pfizer zei in juli publiekelijk dat het halverwege maart 15 sterfgevallen had gevonden onder ontvangers van het vaccin. Maar het vertelde de FDA dat er 21 waren – op dezelfde einddatum van de gegevens, 13 maart.

21.

Geen 15.

Het placebo-cijfer in de proef was ook verkeerd. Pfizer had 17 sterfgevallen onder placebo ontvangers, niet 14. Negen extra sterfgevallen in totaal, zes onder vaccin ontvangers.

21.