De groene, globalistische droom van elektromobiliteit spat in het gezicht van de realiteit uiteen – en sneller dan verwacht. Nieuwe cijfers van de Bundesautomobilamt laten een ramp zien die zelfs critici verbaast: gemiddeld verdwijnen elektrische auto’s in Duitsland na minder dan drieënhalf jaar van de markt. Een wegwerpproduct dat miljarden kost, meldt Report24.
De kale cijfers zijn schokkend: terwijl de gemiddelde auto met verbrandingsmotor maar liefst tien jaar op de Duitse wegen rijdt , houden de – tijdelijk – zwaar gesubsidieerde elektrische voertuigen het slechts 40 maanden vol. Uit een gedetailleerde analyse van de KBA-statistieken blijkt dat van de 524.000 nieuw geregistreerde elektrische auto’s in 2023, maar liefst 129.000 alleen dienden ter vervanging van elektrische voertuigen die al waren afgedankt.
Dit is een klassiek piramidespel. Zolang het aantal nieuwe registraties exponentieel groeit, blijft de snelle daling onopgemerkt. Maar nu de financiering is weggevallen, stort het kaartenhuisje in. De cijfers bevestigen deze stelling: na het einde van de milieubonus daalde het aantal nieuwe registraties in 2024 met maar liefst 27 procent – van 524.000 naar een schamele 381.000 voertuigen. Het marktaandeel van volledig elektr ische voertuigen daalde van 18 naar 13,5 procent.
Het is vooral schrijnend dat de federale overheid meer dan 10 miljard euro aan belastinggeld aan deze ramp heeft verspild. Geld dat dringend nodig is voor slechte bruggen en wegen. De gedurfde belofte van bondskanselier Scholz om tegen 2030 15 miljoen elektrische auto’s te hebben, lijkt gezien de huidige ontwikkelingen een slechte grap. Dankzij de groen-socialistische planeconomie zit de auto-industrie nu in een dilemma: enorme investeringen in e-mobiliteit stuiten op een klantenkring die het product steeds meer afwijst. De tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s is praktisch dood. Wat overblijft is een duur experiment op kosten van de belastingbetaler.
Bovendien rijst de vraag naar de dystopische “Green Deal” van de Europese Commissie (die Ursula von der Leyen ook zo graag promoot) en de catastrofale wagenparkbeperkingen. Dat laatste betekent dat autofabrikanten een steeds groter percentage elektrische auto’s moeten verkopen – en op termijn zal het aanbod van verbrandingsmotoren afnemen. Maar als niet genoeg mensen zulke elektrische auto’s kopen, zullen benzine- en dieselauto’s bij autodealers blijven staan en niet meer verkocht mogen worden. Een probleem waar de Britten bijvoorbeeld al mee kampen. Het motto is: “Koop een elektrische auto of koop helemaal geen auto.”
Als u de artikelen van Dissident.one waardeert, kunt u HIER een donatie doen om de site in de lucht te houden.
Geef censuurkoning Elon Musk een dikke vinger en volg ons op Telegram:
Telegram: t.me/dissidenteen
Klik op de tag ⬇️ om meer te lezen over
De pot op kunnen ze
De gemiddelde auto met verbrandingsmotor rijdt misschien 10 jaar op de weg, maar indien je ze goed onderhoudt gaan ze flink wat langer mee.
Mijn auto was 10 jaar oud, met iets van 250.000 km op de teller en kon ik nog steeds voor $5.000 verkopen.
Auto’s met verbrandingfsmotor zijn de laatste jaren steeds beter, veiliger, goedkoper en degelijker geworden en gaan steeds langer mee. Anders dan die batterij-ondingen
Iemand uit mijn omgeving heeft meer dan 500 000 km met zijn auto en die rijd op LPG
Ik had een Cadillac uit 1974 op benzine en LPG en die reed als een zonnetje.
487.000km. Mijn geliefde Volvo V70 met benzine motor. Tankinhoud is na al die jaren (1997 tot nu ) nog steeds 70 liter.
Kan zo’n e.v. nog wat van leren 🙂
De trend is dat we steeds meer naar een economie gaan waar niets meer hersteld wordt: mankeert er iets aan? Hupla, de schroothoop op, en we kopen een nieuwe!
De auto met verbrandingsmotor was één van de weinige dingen die nog gerepareerd en onderhouden werd.
Maar met de komst van de elektrische auto is dit blijkbaar ook veranderd. De auto wordt nu ook een wegwerpprodukt.
Hetzelfde geldt voor de fiets: een gewone mechanische fiets kan je jarenlang herstellen en onderhouden, maar de elektrische fietsen zullen waarschijnlijk worden weggesmeten zodra er iets mis mee is.
Dit is het tegenovergestelde van het zogezegde doel van “duurzaamheid”.
de mens is ook al een wegwerp product
we laten ons ook alles aanleunen