Hoewel minder dan 1 op de 5 inwoners van Noorwegen (ongeveer 17 procent) een immigrantenachtergrond heeft, ontvangen zij nu meer dan de helft (58 procent) van alle sociale financiële bijstand die in het land beschikbaar is, zo blijkt uit nieuwe statistieken.

In opdracht van de nationaal-conservatieve Vooruitgangspartij heeft het Noorse bureau voor de statistiek het gebruik van sociale uitkeringen in Noorse gemeenten over de periode 2009-2019 onder de loep genomen. Dit omvat alle vormen van tijdelijke steun die worden gegeven aan mensen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

In die tien jaar is het aantal bijstandsontvangers met een migrantenachtergrond met meer dan 70 procent gestegen, terwijl het aantal uitkeringsontvangers onder de algemene bevolking is gedaald. Dit viel samen met een periode van recordhoge immigratie, waaronder de migrantencrisis van 2015, meldde de krant Nettavisen.

In 2009 werd iets meer dan 1,8 miljard Noorse kronen (210 miljoen dollar) aan sociale bijstand uitbetaald aan mensen met een immigratieachtergrond. Tien jaar later was dat aantal meer dan verdubbeld tot 4 miljard Noorse kronen (460 miljoen dollar). Dit betekent dat mensen met een immigratieachtergrond goed zijn voor bijna de volledige stijging van de budgetten voor sociale bijstand in de Noorse gemeenten.

In 2009 besteedden amper 17 gemeenten in Noorwegen meer dan de helft van hun socialebijstandsbudget aan mensen met een immigratieachtergrond. In 2019 was dit aantal geëxplodeerd tot 123 gemeenten. In Vik-gemeente in West-Noorwegen ontvangen immigranten een recordaantal van 89 procent van de beschikbare sociale bijstand. In Oslo gaat driekwart van de sociale hulp (75 procent) naar immigranten.

Het gemeenteraadslid van de gemeente Vik, Øistein Søvik, noemde een lager opleidingsniveau als gemeenschappelijke factor voor het ontvangen van sociale uitkeringen.

De afdelingsdirecteur van de Noorse Arbeids- en Welzijnsorganisatie (NAV), Jan Erik Grundtjernlien, benadrukte de rol van de vluchtelingencrisis die tot een ongekend aantal immigranten in Noorwegen heeft geleid (meer dan 31.000 asielzoekers in 2015), alsook de noodzaak van langetermijnkwalificaties om de arbeidsmarkt te kunnen betreden. Tot slot wees Grundtjernlien ook op de “grotere uitdagingen” waarmee immigranten en hun nakomelingen worden geconfronteerd, waaronder de steeds strengere functie-eisen op nationaal niveau.

Voormalig minister van Immigratie Sylvi Listhaug, die voorzitter is van de Vooruitgangspartij die opdracht gaf tot de enquête, stelde dat meer immigratie zal leiden tot meer armoede.

“De Arbeiderspartij en de links-radicale socialisten blijven praten over sociale verschillen, maar ze weigeren zich te verhouden tot de realiteit. De waarheid is dat meer immigratie meer armoede betekent. Het helpt niet hoeveel kussens je uitdeelt aan mensen. Uiteindelijk moeten mensen aan het werk,” verklaarde Listhaug tegenover Nettavisen.